Bijna drie jaar geleden alweer dat ik zwaargewond met loeiende sirenes werd overgebracht naar het ziekenhuis. Nog altijd denk ik aan dat moment terug wanneer ik sirenes hoor of door een ambulance word gepasseerd op de snelweg.

vlekje long longnodus onzekerheid

Beangstigende uren

Ook wanneer ik over de weg rijd waar ik als voetganger van het zebrapad werd gelanceerd, krijg ik flashbacks naar de angstige momenten van die avond en nacht. Het was vanaf het moment dat ik daar op het natte wegdek lag een rollercoaster aan emoties. In beginsel vooral omdat ik niet wist hoe erg ik eraan toe was en enkel kon afgaan op de helse pijnen die ik had en het bloed dat over mijn gezicht stroomde. Deze onduidelijkheid en zorgen zal ik nooit vergeten.

Het is zo beangstigend om als slachtoffer urenlang niet te weten waar je aan toe bent. Afgevoerd te worden op een brancard met vragen als: zit alles goed in mijn hoofd, alleen hoofdwonden? Heb ik geen bloedingen in mijn hersenen? Dat er iets flink mis was met mijn rug en been dat was meteen duidelijk doordat ik niet meer kon liggen en de stand van mijn been heel gek was maar mijn hoofd baarde mij de meeste zorgen.

En nu is het menens

Ik denk nog wel eens terug aan het moment dat ik de spoedeisende hulp werd ingereden en er vanuit het niets allemaal artsen rondom mijn bed stonden. Het was alsof ik het lijdend voorwerp was in een scene van ER. In mijn herinneringen waren er zo’n 6 specialisten die beheerst maar in een snel tempo allerlei apparaten aan mij koppelden en onderzoeken uitvoerden. Wat je dan voelt is lastig te beschrijven. Het is in elk geval een herinnering die diepe indruk maakte en ik nooit meer kwijtraak. Ik had op dat moment zoiets van: en nu is het menens. Zeker toen een van de artsen mijn hoofd ging nakijken en doorgaf aan een collega arts of er sprake was van bloed uit mijn oren of mijn mond. De opluchting was groot toen bleek dat ik geen inwendige bloedingen had. Nu kan het alleen nog maar meevallen, zo dacht ik.

Moe en in shock

Na heel lang wachten en een MRI met contrastvloeistof verder, kwamen de artsen eindelijk vertellen hoe het met mij ging en wat ze op beeld geconstateerd hadden. Inmiddels zat ik flink onder de morfine, waardoor ik heel moe was. Ik weet nog dat het nieuws over mijn knie amper binnen kwam. De arts noemde het eerst “verbrijzeld” en later legde hij uit dat het een tibiaplateaufractuur in zijn meest lelijke vorm was.

Ook het feit dat mijn rug gebroken was bij een aantal wervels deed mij nauwelijks iets. Het was op dat moment meer de bevestiging van alle pijn die ik voelde. Echte zorgen maakte ik mij nog niet. Daarvoor was ik te veel in shock. Het was inmiddels al twee uur ’s nachts en de aanrijding vond rond half negen de avond er voor plaats. Ik was moe, misselijk, lam geslagen, gedesoriënteerd, bang en wilde naar huis. Naar mijn kinderen. Naar veiligheid.

Een toevallige ontdekking

Maar het gesprek ging verder. De artsen hadden namelijk een toevallige ontdekking gedaan tijdens de MRI. Het protocol daarna was – ook al heeft het niets met de aanrijding te maken – dat ze het benoemen en een follow-up inplannen. En toen was ik ineens helder. Ik was klaarwakker. En voelde – ondanks de loomheid van de morfine – een staat van alertheid en angst. De arts vertelde dat er in mijn longen een vlekje was ontdekt. Niet direct reden tot zorg maar genoeg reden om verder onderzoek te doen wanneer ik enigszins hersteld en bekomen was.

Behoefte aan een buddy

De eerste follow-up vond pas weken na de aanrijding plaats. De focus lag op herstel van het traumaletsel en het vlekje was geen reden tot paniek zei de arts. En toch vroeg ik iedere keer dat ik deze arts naast mijn ziekenhuisbed had, ook even naar wat zij dacht over de longnodus. Ik had behoefte aan een soort van buddy. Al die dagen in het ziekenhuis, al die weken thuis was ik er volop mee bezig. Waar anderen vooral aandacht hadden voor mijn pijn en trauma, was ik in mijn hoofd met name bezig met mijn long.

Mijn gebroken rug was duidelijk, mijn kapotte knie was duidelijk maar wat er precies in mijn long zat wist nog niemand. Ik heb mij dan ook heel erg alleen gevoeld de eerste weken na de aanrijding. Logischerwijs waren mijn verwondingen en bedlegerigheid reden voor liefdevolle aandacht van buren, vrienden en familie maar ik was op de achtergrond met hele andere zorgen bezig.

Licht toegenomen

Tijdens de eerste follow-up bleek het vlekje niet verder gegroeid. Het zat er wel maar was stabiel en strak omlijnd. Nu was de aanrijding niet slechts meer “de avond waarop letsel was ontstaan”, maar ook het begin van een medische molen en onzekerheid die maar voortduurt. Volgens protocol werd er een tweede controle gepland een jaar later; en hoewel anders gedacht en gehoopt bleek het vlekje tijdens die controle veranderd op beeld. Het was licht toegenomen. Vanaf dat moment voelde ik voor het eerst echte zorgen. Het is mij de jaren na de aanrijding heel goed gelukt om angsten onder ogen te komen, om dingen in het juiste perspectief te zien. Alleen deze onzekerheid kwam zo plotseling, was lastig te begrijpen en leek maar niet weg te gaan.

En dus is het goed

Na bijna drie jaar ben ik nog steeds onder controle van de longarts en dit zal helaas het komende jaar zo blijven. Ik heb recent weer een scan laten maken en ook daarop bleek het vlekje nog steeds dezelfde afmeting te hebben. De groei was niet te wijten aan en het gevolg van het gebruik van een ander programma, iets wat we wel gehoopt hadden. Het is wat het is en ik zal er voor nu mee moeten dealen. Aan de ene kant baal ik dat zo’n toevallige ontdekking zoveel onzekerheid kan brengen, aan de andere kant ben ik dankbaar dat ik weet dat het er zit. Mixed feelings dus die voor wisselende gedachten en emoties zorgen.

Hoewel ik sterk ben en het mij gelukkig heel goed lukt om angst te relativeren, had ik zo graag gewild dat ik dit hoofdstuk kon sluiten. Mijn been, de operaties en alle zorgen die daaruit voortkomen zijn wel even genoeg. Ik heb er gelukkig wel alle vertrouwen in dat – als het toch mis blijkt te zijn – ik er op tijd bij ben. Ik heb mijn levenspad niet te kiezen en alles gebeurt om een reden. Dat maakt ook dat ik kan leven, liefhebben en genieten vanuit vertrouwen. Dat alles uiteindelijk goed komt. In elk geval op de manier zoals het bedoeld is. En dat is dus goed. ♥