Gisteren werd ik verrast door een zenuwachtige dochter die niet goed wist hoe ze met haar verhaal moest beginnen. “Mam, ik weet niet zo goed hoe ik het moet zeggen. Eigenlijk weet ik helemaal niet of ik het wil zeggen.”

Halleluja voor het gegiebel

Terwijl de klok half acht slaat en het eigenlijk bijna tijd is om naar bed te gaan, wordt het duidelijk dat ze ergens over wil praten. Maar het gesprek komt niet echt op gang. Driftig knedend met haar nieuwe slijm, blijft ze maar herhalen dat er iets is maar ze niet echt weet hoe ze erover moet beginnen. Ze wordt er een beetje zenuwachtig van, zo schattig. Mijn kleine meisje gaat een serieus gesprek beginnen met haar moeder. Halleluja voor het gegiebel waarmee ze haar eigen pogingen tot een gesprek steeds onderbreekt; maakt het geheel toch net iets luchtiger en mama’s hartslag rustiger.

lentekriebels

Een steeds grotere belevingswereld

Op een gegeven moment valt bij mij het kwartje: dit is zo’n moeder-dochter moment. Wees er voor haar, hoe dan ook, nu komt het vast en zeker op een knap staaltje pedagogisch opvoeden aan. Telefoon weg, rustig zitten op je altijd onrustige gat, ogen vol liefde en alle aandacht gericht op je kleine-grote-meisje of andersom mag ook. Niet sturen, gewoon laten merken dat je er voor haar bent.

Boy o Boy, ik word er zelf een beetje zenuwachtig van. Wat kan een dame van bijna negen jaar nu op haar hart dragen? Geen idee welke kant het op gaat maar het is me wel duidelijk dat dit waarschijnlijk zo’n memorabel moment wordt waarvan er nog velen zullen volgen. Zo’n moment waar je het later nog vaker over zult hebben samen. ‘Weet je nog toen …’, giebel giebel.

Hoewel ik heel goed zie en ervaar waar mijn meisje zich bevindt in haar ontwikkeling, verrast ze mij nog geregeld met dingen die ze weet of geleerd heeft. Kinderen worden zo snel wijs en soms ook echt sneller dan me lief is. Die onbevangenheid gaat er langzaam maar zeker af en hun kennis en belevingswereld wordt groter.

Lees ook: Dag lieve jongen! …

Het was een mooie lentekriebels-avond

Daar zit ze in haar stoere pyajama van de jongensafdeling van Hema. Mijn meisje op weg naar een bepaalde kinderlijke volwassenheid. Ze draagt een spannend geheim met zich mee. Iets waar ze zichtbaar niet van weet wat ze er mee aan moet. Ik vind het aandoenlijk dat ze haar mama — van nog maar 41 ; ) mèt rugzak — zo voorzichtig voorbereidt en benadert. “Mam, iemand heeft mij vandaag verkering gevraagd en ik heb nee gezegd”.

Wat volgt is een moeder-dochter onderonsje zoals we allemaal wel eens gehad hebben vroeger. Een ‘Hoe deed jij dat vroeger mama, als iemand waar je niet verliefd op was je verkering vroeg?’ — whaaa dat ik juist ALTIJD degene was die verliefd was en die ander niet, dat heb ik achterwege gelaten zul je begrijpen. En een ‘Ach lieverd, heb je het wel een beetje voorzichtig gebracht?’ ‘Misschien kun je er de volgende keer beter een sorry achterplakken of zeggen dat je hem wel leuk vindt maar niet verliefd bent?’

Het was een mooie lentekriebels-avond. Ondanks dat mijn meisje de butterflies bij die ander wellicht heeft laten wegvliegen besef ik mij dat wij ouders allemaal een keer — misschien zelfs meerdere keren — de ‘verliezer’ en de ‘winnaar’ in de liefde aan de keukentafel zullen spreken. En ieder gesprek zal even belangrijk, mooi en memorabel zijn.

Kleine meisjes worden groot, veel te snel … altijd!

Benieuwd wanneer bij jullie de eerste ‘verliefdheid en verkering’ gesprekken kwamen? Lees het graag in de comments!