Eind 2013 was ik dolgelukkig; eindelijk zwanger! Ik was 43 jaar en dit was mijn 7e IVF poging. Nooit was er een reden gevonden voor het niet zwanger kunnen raken en mijn lijf reageerde, ook op latere leeftijd, fantastisch op de hormonen. Meer dan genoeg eicellen en embryo’s bij elke poging. 

Daarnaast hadden we al een prachtige zoon gekregen bij de 2e IVF poging. Eindelijk zou mijn enorme doorzettingsvermogen beloond worden. Bij alle controle echo’s was er een mooi kloppend hartje te zien en de groei was volgens de curve. Alles ging zo goed, dat het ziekenhuis mij met 9 weken zwangerschap los liet zodat ik kon overstappen naar een verloskundigenpraktijk voor de verdere begeleiding. De eerste afspraak bij de verloskundigenpraktijk was rond de 10 weken met weer een echo. Ook nu zag alles er heel goed uit. De verloskundige zei nog: “De kans dat er nu nog iets mis gaat is 2%”. Ik zat volledig op een roze wolk.

Het Wilhelmina Kinderziekenhuis
Vanwege mijn leeftijd wilden wij een nekplooimeting doen met een bloedonderzoek. Dit hadden we ook bij de zwangerschap van onze zoon laten doen. Bij 12,5 weken zwangerschap stond de afspraak gepland. Mijn man had meteen een raar gevoel maar ik niet, ik was er nog steeds van overtuigd dat het goed was. Het stel dat voor ons aan de beurt was, feliciteerde ons nog, blij stapte ik naar binnen.

De verloskundige liet ons kindje zien die prachtig bewoog in mijn buik, en ze liet ons zijn hartje horen. Ze was heel positief, mijn man filmde de echobeelden. Maar door de ligging van de placenta kreeg ze niet alles goed in beeld. Daardoor lukte het haar ook niet om de nekplooi te meten. Ze pakte een ander apparaat en zette deze op mijn buik, ineens zag ik haar heel erg schrikken.

Ons kindje had veel vocht onder zijn huid waardoor ze de nekplooi niet kon meten en we die vrijdag direct werden doorverwezen naar het WKZ in Utrecht. Het onderzoek daar stond gepland op dinsdag. De verloskundige liet niets los, maar dat het niet goed was met ons kindje, was meer dan duidelijk. Ook de uitslagen van het bloedonderzoek had ze niet paraat maar beloofde deze door te mailen.

15293493_1231745200215246_1317325232_o

Onzekerheid en angst
Vol ongeloof en geschrokken, keerden wij die vrijdag huiswaarts. Zonder info, zonder opvang maar wel met toegang tot Internet. Mijn man ging meteen op zoek naar informatie om niet nog eens 3 dagen in onzekerheid te moeten zitten. De verloskundige was niet te bereiken, de uitslagen van het bloedonderzoek, stuurde ze niet toe. Mijn man heeft de verloskundigenpraktijk gestalkt om de informatie te krijgen. Haar collega’s wisten duidelijk wie wij waren, maar prioriteit werd er niet aan gegeven.

Na heel veel bellen, hebben we de uitslagen ontvangen: kans 1 op 5 op een afwijking! We wisten niet wat we lazen, waren enorm geschrokken! Uiteindelijk kwamen we in contact met een arts in België. Deze arts heeft ons ’s avonds laat nog fantastisch geholpen aan de telefoon, met het lezen van de uitslagen en het uitleggen van het verschil tussen de NIPT test en een vruchtwaterpunctie. Hij regelde met spoed een afspraak voor maandagochtend bij dokter Christiaens, dé specialist in prenatale diagnostiek.

Duidelijkheid en keuzes maken
Dokter Christiaens was helder in haar uitleg en maakte ook een echo, hierop was duidelijk te zien dat het vocht was toegenomen. Om meer duidelijkheid te krijgen was er geen andere mogelijkheid dan een vruchtwaterpunctie. Deze hebben we direct gedaan. De onzekerheid trokken wij ook niet meer. Binnen 3 dagen kregen we de uitslag op drie chromosoomafwijkingen Down, Turner en Edwards, de laatste twee zijn niet levensvatbaar. Bij de vervolgafspraak 2 dagen later, kregen we de uitslag: Edwardssyndroom ook wel trisomie 18. Een donderslag bij heldere hemel! Mijn wereld stortte in!!

Het ziekenhuis gaf twee opties; de zwangerschap afbreken of de zwangerschap voortzetten en afwachten hoe dit verloopt. Naar alle verwachting zou ons kindje overlijden in mijn buik, maar wanneer wist niemand. En als het al levend geboren zou worden, zou het daarna zeer snel overlijden.

Er volgde een gesprek met een verpleegkundige die vroeg: “Als de zwangerschap wordt afgebroken, wat willen jullie met het kindje doen? Willen jullie het een naam geven? Willen jullie het zien? Willen jullie zelf een kistje meenemen? Willen jullie foto’s laten maken?” Vragen waar ik op dat moment helemaal niet over na wilde denken, ons verdriet was zo groot. Ik zat in een roes, hoorde het wel, maar het kon niet binnenkomen.

Ook werd er onderzoek gedaan naar erfelijkheid. Hieruit bleek dat de chromosoomafwijking ‘gewoon’ vette pech was en dat ons kindje een jongetje was. Ik droeg dus onze tweede zo gewenste zoon in mijn buik.

De oneerlijke keuze
Wij kozen er, om diverse redenen, voor om de zwangerschap af te breken. Ik wilde niet dat ons kindje zou lijden, ik was bang dat hij pijn had of iets dergelijks. Ook wilde ik mezelf de tragedie besparen dat mensen mij gingen feliciteren met mijn dikke buik. Waarna ik vervolgens zou moeten vertellen dat het niet goed was. En natuurlijk rekening houdend met onze zoon, hij was toen 4 jaar. Ook voor hem had deze zwangerschap grote impact. Maar het voelde als een keuze met mijn rug tegen de muur. We hadden eigenlijk geen keuze, het was zo oneerlijk …

Als er al een placenta is, kan de zwangerschap alleen worden afgebroken d.m.v. een bevalling. 36 uur voordat je naar het ziekenhuis moet, neem je een pil om de placenta uit te schakelen, hierdoor overlijdt het kindje. Deze pil innemen vond ik emotioneel zo zwaar!

241264

Afscheid en intens verdriet
Op maandag 13 januari 2014 is ons kindje levensloos geboren. Wij hadden samen met onze zoon een doosje versierd als kistje. We hebben ons kindje een naam gegeven en foto’s gemaakt. Na de bevalling hebben mijn man en ik ons kindje begraven op een voor ons mooie plek in een bos.

De maanden daarna leefde ik in een roes. De zorg voor onze zoon zorgde er voor dat ik doorging en ik heb geprobeerd weer te gaan werken. Maar uiteindelijk ben ik volledig ingestort. In het begin was er nog medeleven, maar dat verdwijnt. Toen iedereen weer doorging met zijn of haar leven begon het pas echt voor mij. Ik ben door een diep dal gegaan en het had een grote impact op ons gezin. Uiteindelijk heb ik hulp gezocht om te leren omgaan met het verdriet om ons overleden zoontje. Maar ook moest ik afscheid nemen van onze wens voor een groter gezin. Mijn verdriet bestond uit dubbele rouw.

Een groot gat
Ik heb ervaren dat mensen er niet mee om kunnen gaan, slechts twee vriendinnen durfden er over te praten. Voor de rest werd en wordt er niet over gesproken. Ook van de verloskundigenpraktijk heb ik nooit meer iets gehoord. Waar ik zelf nog vaak moeite mee heb, is dat ons kindje niet bestaat; zijn naam wordt nooit genoemd en zijn geboortedatum glijdt elk jaar voorbij zonder dat anderen aan hem denken. Dat doet pijn! Het is een taboe en heeft vriendschappen doen verdwijnen. Het is een heel eenzaam verdriet, ondanks dat ik er heel open over ben. In ons gezin is het geen geheim, onze zoon weet dat er nog een kindje is geweest dat niet gezond was en nu een sterretje is.

Ik heb altijd het gevoel gehad dat er een groot gat zat in ons gezin, een gat dat langzaamaan is gevuld met onze huisdieren. De cavia’s, poes en hond worden liefkozend broertjes en zusjes genoemd door onze zoon. Het hebben van een gezin met huisdieren brengt ons allemaal veel liefde en plezier, dat is fijn!

Een nieuwe invulling
Deze ervaring heeft me ertoe gezet om uit te gaan zoeken wat ik verder wilde met mijn leven. Tien jaar lang stond zwanger worden op nummer 1 en nu moest ik mezelf weer op nummer 1 gaan plaatsen. Inmiddels heb ik mijn passie gevonden; ik volg een coachopleiding om samen met mijn hond kinderen en volwassenen te gaan coachen. En ik wil ook heel graag vrouwen in fertiliteitstrajecten gaan ondersteunen, hen bieden wat ik zelf zo gemist heb.

Lees ook: Een huilend moederhart