Daar zat ik in mijn dunne veel te grote OK hemd en broek. De taxichauffeur keek bedenkelijk en zorgelijk toen ik bij de uitgang van de spoedeisende hulp naar hem toe gereden werd in de vroege ochtend van 27 september.

In operatiekleding naar huis

Na de gangbare ritjes uitgaanspubliek vervoeren was dit waarschijnlijk het laatste wat hij had verwacht. Een dame die tot haar lies in het gips zat, met een flinke wond in haar gezicht en haar haren nog vol opgedroogd bloed. Met het operatietenue losjes hangend rondom mijn lichaam, zou je zo kunnen denken dat ik het ziekenhuis uitgevlucht was.

Ik kon met moeite de taxi in komen want door mijn gegipste been was buigen onmogelijk. Zelfs de stoel helemaal naar achteren verplaatsen gaf onvoldoende ruimte voorin om mijn been de auto in te krijgen. Het moet een bijzonder pijnlijk tafereel zijn geweest: de taxichauffeur en mijn partner die alles probeerden om mij zo pijnloos mogelijk de auto in begeleiden. Vroeger zou je met deze verwondingen de nacht na een aanrijding verticaal met een ambulance naar huis vervoerd zijn. Vroeger.

tibiaplateaufractuur ernstig

Helse taxirit

De chauffeur probeerde zo rustig mogelijk te rijden, vroeg een aantal keren of het ging maar maar ondanks zijn goede zorgen beleefde ik deze rit als een hel. Ook had ik met hem te doen want ik zag er uit alsof ik flink wat zorg nodig had en dat lijkt mij toch onbedoeld een verantwoordelijkheid die je aan zo’n man meegeeft. De gedachten ‘Waarom moet ik in hemelsnaam naar huis’, kwamen wel in mij op maar werden verdrongen door de pijn. De rit naar huis leek een eeuwigheid te duren en de auto — waarvan de schokdempers kapot leken — gaven mij een onveilig gevoel. Gelukkig zat ik nog flink onder de medicatie waardoor het lukte de zaak luchtig te bekijken ‘Ik kom al uit een aanrijding, erger dan dit zal het niet meer worden’.

Een nacht vol vraagtekens

Toen we thuis aankwamen en ik mijn zus in de deuropening zag staan, las ik aan haar gezicht de waanzin en verbijstering over de hele taxirit af. Ik voelde daarentegen enkel opluchting; ik had immers mijn loodzware en pijnlijke been die auto weer uit gekregen. Eenmaal binnen stortte ik in toen ik onze oudste, ons dappere meisje zag. Ze was de hele nacht opgebleven en had onze slaapkamer versierd met zelfgemaakte slingers en opbeurende teksten. Wat moet het vreselijk zijn geweest voor haar, deze lange nacht vol vraagtekens. Ik gaf haar een dikke knuffel en liet mijn tranen de vrije loop. De ontlading was groot! Met zwaar letsel in het ziekenhuis liggen is toch echt wat anders dan daarmee thuiskomen. Dat is mij in de maanden daarna keer op keer duidelijk geworden.

Gedwongen tot mantelzorger

Die nacht is mijn partner van het ene op het andere moment gedwongen in de rol van mantelzorger. Ik kon niets. Los van mijn verbrijzelde knie/ gebroken onderbeen (tibiaplateaufractuur), had ik een gebroken rug en zat mijn lichaam onder de blauwe en beurse plekken. Met ondersteuning van mijn lief en mijn zus ben ik die nacht naar boven getakeld, niet wetende dat ik daar de komende weken zou verblijven. De keuze was óf boven liggen, óf beneden een bed in de woonkamer regelen. Een mix van beiden was onmogelijk met mijn letsel. Ik koos er voor om de kinderen beneden een normale situatie te gunnen. Een plek waar ziek zijn niet zichtbaar was, ze zoveel mogelijk door konden gaan met het normale leven.

Meest kwetsbare periode van mijn leven

Deze keuze beperkte mij in contact met andere mensen, maakte dat ik vanaf dag een onbekenden in mijn slaapkamer moest toelaten. Van een medewerker van slachtofferhulp tot onze advocaat, ze zaten allemaal aan de rand van mijn bed terwijl ik tussen de moeheid en pijn door zo goed als mogelijk gesprekken probeerde te voeren. Ik ben nooit een persoon geweest die anderen opzoekt wanneer het wat minder gaat. Maar gek genoeg had ik vanaf dag één sterk de behoefte om iedereen die aan de deur kwam vragen hoe het gaat — lieve buren die eten hadden gemaakt, vrienden, ouders van school — toe te laten in de meest kwetsbare periode van mijn leven.

Zinloosheid zin geven

Ik wilde net als die avond dat ik op het natte wegdek lag, er alles aan doen om te voelen dat ik nog leefde. Dat ik nog deel uitmaakte van deze maatschappij. En dat mijn trauma, dat mijn verhaal er toe deed. Dat het zin heeft gehad, hoe zinloos het ook was. Dat mensen bewust zijn van de gevaren van het gebruik van een mobiele telefoon in het verkeer. De behoefte om bewustzijn te creëren die duurt voort, evenals mijn trauma en revalidatie. Voor mij lopen deze twee dingen parallel en volg ik daarin mijn hart. Net zoals ik dat voor die bewuste avond altijd gedaan heb.

Een aanrijding is veelomvattend

De eerste anderhalve week na de aanrijding sliep ik eigenlijk aan een stuk door. Wanneer er bezoek kwam — wat een hoop lieve mensen toonden hun betrokkenheid — zakte ik geregeld weg of lag er als een zombie bij. De pijn die ik had was intens, zo heftig dat ik geen andere keuze had dan zware medicatie slikken en een constante spiegel opbouwen. Voor mij was en is dit emotioneel zwaar want ik ben heel bewust bezig gezond te leven. Slik juist daarom ook nooit medicatie, iets wat mij nu opgedrongen werd door een appende automobiliste. Het is zo veelomvattend, een aanrijding en alle emoties die daarbij komen kijken. Los van de pijn, de enorme angsten, het trauma en de onzekerheid, raak je je zelf ook echt kwijt om sommige fronten. Je hebt zo vaak geen keuze en doet wat volgens anderen het beste voor jou zal zijn.

Wekenlang liggen

Iedere avond zette mijn partner een tromboseprik en zat hij bij mij totdat ik goed en wel in slaap was. Om er vervolgens ’s nachts weer uit te moeten om mij anders neer te leggen omdat de druk op mijn rug en been te groot werden. Ik kon de eerste tijd zelf niet bewegen of verplaatsen door alle pijn. Plassen deed ik wekenlang op een emmer naast mijn bed en alles wat er verder moest gebeuren deed ik in de slaapkamer. Eten, wassen, slapen, gesprekken voeren. Wekenlang lag ik alleen maar, keek ik enkel af en toe op mijn telefoon en verder sliep ik of tuurde voor mij uit.

In slaap vallen ging altijd met het beeld van de aanrijding op mijn netvlies. Voor ik in slaap viel, zag ik vaak de koplampen opdoemen in het donker en zakte ik uiteindelijk pas weg nadat de medicatie mij suf genoeg maakte. In de nacht werd ik wekenlang rond de klok van vier uur zwetend wakker. Waarschijnlijk een bijwerking van de Oxycodon. Hoe graag ik ook minder wilde nemen, het ging niet. En ik besloot mij de eerste weken te focussen op pijnreductie en niet meer de mentale strijd hierover in mijn hoofd aan te gaan. Uiteindelijk zat ik nog niet op de hoeveelheid die mij voorgeschreven was, dus had ik het gevoel de regie nog enigszins in handen te hebben.

tibiaplateaufractuur ernstig

Angst voor de narcose

Na anderhalve week thuis gelegen te hebben, kon mijn partner de zorg even overdragen aan het ziekenhuis en zich focussen op de kinderen en de huishouding. Wat al genoeg vroeg van hem. De zwelling in mijn been was afgenomen en er kon geopereerd worden. Wat zag ik hier enorm tegenop. Ik was zo bang voor de operatie, bang om nooit meer wakker te worden. Het was voor mij de eerste keer dat ik onder narcose zou gaan, dat ik opgenomen werd in het ziekenhuis. Ik lag hoe dan ook veel liever thuis met alle liefde en goede zorgen van mijn dierbaren om mij heen. Maar de pijn van een niet behandelde tibiaplateaufractuur was killing dus moest ik mij toch over die angst heen zetten.

De operatie zou anderhalf uur duren maar duurde twee keer zo lang. Toen de chirurg mijn been helemaal had opengemaakt, bleek de schade erger dan in eerste instantie gedacht. Zo lag ik na drie uur opereren pas op de uitslaapzaal. Een hoop schroeven, pennen en plaatmateriaal in mijn rechterbeen rijker. Eenmaal op de kamer bleef ik lange tijd doodmoe en wazig. Mocht ik ooit weer geopereerd moeten worden — iets wat niet ondenkbaar is met mijn letsel en recente operatie — weet ik nu dat ik slecht wakker word uit een narcose. De angst er voor is wel weg. Het is mij echt mee gevallen en wat was de begeleiding in het UMCU fijn!

Een dag werd een week

De opname na de operatie zou eigenlijk voor een dag zijn maar dit keer was ik een stuk mondiger. Iedere dag stond er rond half 10 een heel artsenteam aan mijn bed die vroegen hoe het ging om vervolgens een plan op te kunnen zetten. Ik had pijn, was getraumatiseerd en kon niets. Door deze feiten liet ik mij leiden en zorgde dat er voor mij gezorgd werd. Ik durfde het echt niet aan om al naar huis te gaan. Het was zoveel wat we op ons bord kregen en de beste zorg en pijnreductie kreeg ik toch echt in het ziekenhuis.

Iedere dag lag ik daar met pijn, had ik last van hevig nachtzweten en nachtmerries over de aanrijding. Ik was de eerste drie dagen na de operatie vreselijk moe en heb zelfs het bezoek van mijn gezin een paar keer afgezegd. Ook mijn verjaardag ‘vierde’ ik uiteindelijk in het ziekenhuis. Zo werd één dag opname uiteindelijk een hele week ziekenhuis. Het was een bizarre tijd waarin niets meer normaal was of normaal voelde. Een tijd die voortduurt, met steeds weer opnieuw aanpassen, incasseren en moed blijven houden.

In een soort bubbel

Eenmaal thuis werd mijn vaste stek weer de slaapkamer want al was ik geopereerd, ik mocht en kon niets met het been. Ook was mijn gebroken rug nog niet genezen. We leefden — net als vlak na de bevalling van onze twee kinderen — in een soort van bubbel. Onze wereld was klein, het was een tijd van overleven en doen wat gedaan moet worden. Dagen en avonden lang zaten we samen in onze slaapkamer. Hij aan het bureau en ik lag op bed. Zo was er altijd zorg beschikbaar als ik medicatie nodig had, moest plassen of de emoties er uit moesten. En tussendoor hadden we fijne gesprekken waarbij we soms met zelfspot en cynisme de situatie lucht probeerden te geven.

Het nieuwe been

Pas na zes weken mocht ik mijn been gaan belasten. Het been waarvan inmiddels alle spieren weg waren en er uitzag als pap. Het belasten ging heel langzaam en duurt nog altijd voort. Van in het begin met een paar kilo de druk opvoeren op de weegschaal tot liggend beenoefeningen uitvoeren. Alles op geleide van de pijn. Al snel werd duidelijk hoe hevig die weer terugkomt als je eenmaal het ‘nieuwe been’ gaat belasten. Beschadigd, opgelapt en wekenlang niet gebruikt; het is alsof je opnieuw moet leren lopen en je hersenen de coördinatie hierover kwijt zijn. Het is bijna niet uit te leggen wat dit mentaal met je doet. Iets wat je als peuter geleerd hebt, trots aan de hele wereld hebt laten zien, iets zo vanzelfsprekend wordt je in een split second afgenomen.

Litteken op mijn ziel

De maand december had ik gelukkig iets minder pijn, het lukte met gewone pijnstilling deze te onderdrukken. De operatie lag al wat langer achter mij, het belasten was nog minimaal en ik nam nog veel rust. Het verwerken van het trauma was daarentegen heftig en EMDR bleek daarbij nodig. Voorlopig blijf ik nog in gesprek met mijn psycholoog en hoop ik uiteindelijk middels EMDR het trauma steeds beter achter mij te kunnen laten. Met name de angst wanneer ik aan het verkeer deelneem als bijrijder is heel groot. Hopelijk word ik mentaal langzaamaan weer diegene die ik voor 26 september was. Al zal het altijd met een litteken op mijn ziel zijn.

Zoveel meer

De laatste twee weken zoek ik de grens op qua belasting en bevoel in hoeverre ik mijn been kan belasten. Helaas geeft de revalidatie nieuwe pijn en word ik steeds weer met mijn neus op de feiten gedrukt. Een tibiaplateaufractuur is zoveel meer dan gips, een operatie, een rolstoel, twee krukken. Het is pijn, ongemakken, verdriet, schaamte, onzekerheid, acceptatie, afscheid nemen en een ‘nieuw’ been. Een been dat nu niet doet wat ik wil … niet kan wat ik wil. Een been dat niet voelt als van mij. Nu nog niet.

tibiaplateaufractuur ernstig

Een enorm fundament

Ongelooflijk hoe mijn lief het gezinsleven en de zorg voor mij managede. Ik zal hem nooit genoeg kunnen bedanken hiervoor. De eerste maanden en nog altijd blijkt wat een fantastische werkgever hij heeft. De ruimte die hij krijgt om wat ons is overkomen en dat wat aanpassingen vraagt zo goed mogelijk te ‘dragen’, is zo ongelofelijk bijzonder! Hij liep naast mij ten tijde van de aanrijding en zag mij door de lucht vliegen, hij was dus niet alleen mantelzorger maar in zekere zin ook verkeersslachtoffer. De hele situatie heeft ons dichter bij elkaar gebracht en ons als gezin op het gebied van dankbaarheid en levenslust een enorm fundament gegeven.