Een bekende uitdrukking en volledig — zo blijkt deze maand — op mij van toepassing. 18 maanden geleden hadden wij het immense geluk dat mijn lijf die ene cel liet uitgroeien tot een klein mensje met alles erop en eraan. 

Maar tijdens die zwangerschap gebeurde nog meer, bij mij. Vanaf die allereerste dag veranderde er iets in mijn hoofd, het leek alsof mijn lijf ineens mijn hoofd en gedachtes de baas werd.

Ik heb mijn hele leven al moeite gehad om mijn grenzen aan te geven maar ineens veranderde dat 180 graden en leek het alsof die paar cellen in mijn buik al die miljoenen onzekere, twijfelende hersencellen volledig overruleden.  Ik werd nuchter, vond niks er meer toe doen en al het negatieve onbelangrijk. Vanaf die dag vond ik dat iedereen lief tegen elkaar moest zijn en ik blokkeerde eenieder die maar een beetje negativiteit bracht. Of ik makkelijk was voor mijn omgeving? Ik denk van niet, maar ik vond het zelf heerlijk!

Doodmoe werd ik van alle ‘wat ze je niet vertelden over zwanger zijn/bevallen/kraamweek’ blogs, vlogs en artikelen. Of nog erger: de mensen die  je ‘sterkte’ wensten na het zien van je buik! Ik vond het allemaal zo stom.

Fluitend liepen wij de combinatietest en 20 weken echo in en lachend kwamen wij naar buiten. Alles ging van een leien dakje, stuitligging en versie’tje hier, een extra echo en ctg-apparaat daar. Ik maakte me niet druk, met HEMA taart en al — het was immers mijn verjaardag — ging ik mijn ingeleide bevalling in.

Oke, toegegeven de eerste dagen na de bevalling waren een koude douche maar na dag drie dreef ik weer heerlijk terug naar die wolk vol liefde en nuchterheid. Ook de weken en maanden daarna zweefde ik van geluk, had ik geen babyfoon nodig omdat ik mijn kind tot wel drie straten verderop zou kunnen horen. Die volledige waakzaamheid, gefocust op je gezin — en ook echt alleen je gezin — ging me enorm goed af. Als een vis in het water met mijn nieuwe rol, hield ik alle ballen hoog.

En ook toen bleven de opmerkingen ‘wacht maar, het wordt nog zo zwaar!’ vallen, maar ik lachte ze weg. Ik snapte oprecht niet waar iedereen zo moeilijk over deed. Ja, we hadden een goede slaper, geen huilbaby en ook krampjes zijn ons bespaard gebleven, maar ook Reijn had zijn nukken en ik stond altijd ‘aan’ als moeder. Alleen zwaar vond ik het oprecht niet.

Nu schrijf ik dit blog met een zoon van negen maanden oud. En zijn deze verliefdheidshormonen volledig verdwenen. Iedere maand meer tellend na zijn geboorte voelde ik ze langzaamaan tot nul reduceren. Het begon met steeds dieper wordende zwarte randen onder mijn ogen, iets vaker de opmerking: ‘je ziet er moe uit’ in plaats van de ‘jeetje wat straal je!’. Nou zijn die ijdele dingen voor mij het minst belangrijk. Nee, belangrijker vind ik dat mijn lontje steeds korter wordt. Dat ik minder kan hebben, naar mijn geliefde snauw om niks, ook Reijn soms teveel vind en net iets te vroeg op bed tjop. Dat ik soms alleen maar denk: ‘ik wil gewoon even rustig douchen!’.  Allemaal gedachtes waarop ik werd gewezen in die blogs waar ik niet naar wilde luisteren en nog steeds (heel diep van binnen) lach ik om mezelf als ik hierover zeur tegen mijn vriendinnen. Die ik op hun beurt alleen maar ‘hè hè’ hoor denken.

Ik weet het, ik mag van immens geluk spreken dat deze fantastische hormonen heel langzaam uit mijn lijf zijn gesijpeld en ik niet gelijk in een wereld vol onzekerheid ben geschoten. Ik benijd de vrouwen bij wie dit hormoon een totaal andere uitwerking — want zo simpel is het natuurlijk gewoon — heeft gehad. Ik weet alleen al door de populariteit van de blogs dat veel vrouwen de zwangerschap en kraamtijd anders hebben ervaren, dat bij hen liefde de boventoon voert maar dat ze niet zichzelf waren. Dat ze onzeker werden van het nieuwe leven en hun nieuwe rol. Dat hun lijf niet meewerkte en dat ze al oververmoeid begonnen aan de zoektocht naar balans. In mijn geval brandde mijn lontje in negen maanden heel langzaam op. Mijn vriend zegt nu wel eens lachend: “Zullen we maar weer? Want ik vond je afgelopen tijd een stuk leuker dan nu!” Oeps!

Hoe hebben jullie de zwangerschap en kraamtijd met de daarbij behorende hormonen ervaren? Ben ik de enige die zichzelf leuker vond strak van de hormonen dan ‘de echte ik’?