Lieve (dikke) buik, ik ben me momenteel nogal bewust van je. Je wordt letterlijk steeds groter, ik kan simpelweg niet zo goed meer om je heen. Ik vind je fascinerend. Magisch ook wel. Jij bent het epicentrum van de menselijke oerkracht. 

De broedplaats  en voedingsbron van ‘leven’. Ik ken niemand die kan wat jij kan. Ik vind je stiekem best wel tof.

Om te beginnen wil ik je gewoon even bedanken. Ook al ben je in de basis bedoeld als broedplaats, zo vanzelfsprekend vind ik dat dus niet. Sommige van jouw collega-buiken zijn die belangrijke functie verloren of werken niet zoals ze dat eigenlijk hadden gewild. En daar worden heel wat tranen om gelaten. Des te blijer ben ik dat jij die toverkunst wel beheerst.

Heel even was ik dat vertrouwen wel kwijt, dat zeg ik je eerlijk. Ik weet dat magie een nogal precaire business is. Op het podium bij Hans Kazan valt er wel te lachen om een bloopertje hier of daar. Maar in jouw magische werkveld, lieve buik, zijn ‘bloopers’ echt niet oké. Dat raakt je midden in het epicentrum van je oerkracht en steekt je recht in je hart. Toen jij mij een jaar geleden halverwege ‘de show’ gedesillusioneerd en leeg achterliet was ik, zachtjes uitgedrukt, not amused. Ik wilde je het liefst een tijdje niet meer zien.

Maar gelukkig word ik ook dagelijks geconfronteerd met twee hele mooie en goed gelukte creaties die rechtstreeks uit jouw koker zijn gekomen. Langzaamaan durfde ik  weer te gaan geloven dat als je dit twee keer kan, je het misschien nog wel een keertje zou flikken. En kijk nu eens; you’re back on track! Ik ben trots. Trots dat je er weer bent en je me regelmatig laat weten dat alles daarbinnen alive and kicking is.

Zo, tot daar de compliment-golf anders wordt het zo’n zoetsappig verhaal. Begrijp me niet verkeerd, ik zou je echt voor geen goud willen missen maar ik vind je ook nogal … eeuh … veel. Ja ik vind je veel. Veel buik. En je bent nog niet eens op je hoogtepunt. Ik weet nu al niet meer goed hoe ik je een beetje fashionable de straat op krijg.

En wat dacht je van dat gepest in de nacht, dat vind ik echt zó niet romantisch van je. Makkelijk ook om een diehard buikslaper op z’n zwakste plek te pakken.

En tot slot kom ik met hoofd, schouders knie en teen de laatste tijd ook al niet zo soepeltjes meer mee. Geen megaramp, maar wel een beetje jammer dat mijn peuter zich daardoor nu al een wat nonchalante dansstijl eigen maakt.

Ik weet niet of we — hier en nu — ook wat afspraken kunnen maken over de toekomst? Als het aan mij ligt ben je hierna wel klaar. Dan is het slechts nog wat routinewerk om de boel hormonaal een beetje in balans te houden wat ik van je vraag, maar geen grote spektakels meer. Dat lijkt me sowieso een goeie eerste afspraak. Geen ge-abracadabra meer, basta, finito, afgelopen.

Ik snap dat we niet helemaal kunnen doen alsof er nooit iets is gebeurd. Dat je niet helemaal meer terugveert naar dat ‘leuke platte buikje met het kleine vrouwelijke bumpertje’ van vroeger begrijp ik ook wel. Maar je hoeft straks ook niet te doen alsof je nog in functie bent toch? Daar ben ik gewoon net wat te ijdel voor. Je zou me een ontzettende dienst bewijzen door op z’n minst binnen de randjes van m’n broek te blijven. Deal?

Lieve lieve buik, zet ‘m op nog even. Letterlijk en figuurlijk. You can do it! Maak er wat moois van en ik zal je — met of zonder randjes — eeuwig dankbaar zijn!

Liefs, Eline

Lees ook: Nooit meer twee, voor altijd!