Als ik iets moeilijk vind aan opvoeden, is het de tweestrijd in mijn hoofd. Echt, ik vind het geweldig dat ze groter worden en steeds zelfstandiger maar tjonge wat vind ik die zorgen die dat soms met zich meebrengt af en toe lastig. 

loslaten opvoeden tiener

Tien jaar lang al is ze mijn goud, mijn alles en mijn wereld. En al die jaren heb ik geprobeerd haar tot een verstandige dame op te voeden. Iets wat volgens mij best goed is gelukt. Alles waar ik naar toe werkte, lijkt behaald, het enige dat overblijft is dat stukje loslaten. Zo geschreven lijkt het simpel: L.O.S.L.A.T.E.N. Een woord van slechts acht letters maar met — wanneer je het uitspreekt — de lading van het hele alfabet! En dat keer honderd. Zucht.

Met een vinger hield ik je vast

Van ‘stevig tegen mij aandrukken’ bereikten we een tijdje geleden de fase van ‘enkel nog het vasthouden van jouw hand’. Een logische ontwikkeling; je was immers al zo groot geworden en had mij steeds iets minder nodig. Maar ik was er wel en keek met je mee. Als je niet bij mij was dan wist ik in elk geval bij wie je wel was en haalde je op wanneer je dat wilde. Met een vinger hield ik je het afgelopen jaar vast. Stevig hield ik hem beet, kneep ik mijn hand eromheen. Hier zat je veilig. Dichtbij mij maar ook met een steeds groter wordende vrije ruimte.

Het ging vanzelf

Voor jou zal het gevoeld hebben als dat er tussen mijn hand en jouw vinger heel veel lucht zat. Geen benauwde klamme warmte maar een plek waar jij je vrij kon bewegen, met op afstand nog een beetje ik. In het zicht dat wel. Zolang je mij nog die vinger gunde, ging dat vanzelf. Was het geen moeite om je steeds meer los te laten want we waren nog verbonden. Met slechts een vinger maar hé wel een hele vinger en dat is meer dan ik daarna ooit nog zal krijgen.

De glans van ontdekken

Maar ineens is die fase is voorbij, ineens vraagt jouw wereld om flinke stappen te zetten. Althans zo voelt het voor mij. Te snel, het gaat soms veel te snel en buiten adem ren ik er achter aan. Je ziet me wel hollen met uitgestrekte hand, een vinger … Maar het plezier en de glans van ontdekken maken dat het slechts bij achterom kijken blijft. Je zwaait en gebaart dat ik nu echt wel om mag keren, de deur dicht mag doen. Je vraagt niet meer om mijn hand maar om mijn vertrouwen en liefde wanneer je weer terugkeert in mijn zicht. Veilig thuis.

Slik een traantje weg

Ik weet dat je verstandig bent, assertief en niet in zeven sloten tegelijk loopt. Maar wanneer ik in de krant lees van een meisje van 11 jaar die deze week na een aanrijding in haar woonplaats is overleden, pink ik een traantje weg. De grootste nachtmerrie van iedere ouder, dat waarom loslaten zo moeilijk is. Mijn gedachten dwalen af naar jou. Mijn meisje — bijna even oud — fietst op dit moment voor de allereerste keer alleen naar de sportvereniging. Geen hand, geen vinger, niet er achteraan hollend … helemaal niets. Alleen.

Ik kan niet wachten tot je weer thuis bent en ik je stevig tegen mij aan kan drukken.

 

Lees ook: Dat kleine koppie in die grote bus