Op het internet lees je geregeld brieven geschreven door een leerkracht of leerling. Brieven waarin je wordt meegenomen in iemands gedachten, gevoelens en onmacht van eerder maar nu helder en openhartig opgeschreven. Woorden die je een kijkje gunnen in ‘hoe het voor die ander was’ en ‘waarom die ander deed zoals hij of zij deed’.

Een brief waardoor je geraakt wordt, die belangrijke informatie geeft en inzicht over de rol zoals die was. ADHD, Autisme en ADD zijn complexe stoornissen. Niet alleen voor het kind en de ouders betekent de diagnose vaak een zoektocht naar informatie en antwoorden. Ook leraren weten niet altijd hoe hiermee om te gaan. Het ontbreekt soms aan kennis maar vaker nog aan tijd om de juiste aandacht te kunnen geven aan het kind dat het zo nodig heeft. Eerder deelden wij al een brief van leerling, een kind met autisme. De juf schreef hierop haar antwoord:

sunset-546370_960_720

Een brief terug, van een juf

Voor alle leerlingen die zich te vaak niet begrepen voelen en speciaal voor mijn leerling, toen, uit groep 5.

Ik wou dat ik je nog kon zeggen dat ik zo vaak aan je dacht. Waarom duw je het jongetje naast je? Wat gaat er in je om?

Ik wou dat ik je nog kon zeggen dat ik de onrust bij je zag, maar niet wist waar het vandaan kwam. Wat mij zo’n naar gevoel gaf.

Ik wou dat ik je nog kon zeggen dat ik zo vaak zo trots op je was. Weer het goede antwoord! Maar roepen door de klas, dat was niet zoals het mag.

Ik wou dat ik je nog kon zeggen dat ik je echt zag. Spelend op het plein op een manier, die ook voor jou niet leuk kon zijn.

Ik wou dat ik je nog kon zeggen dat ik je vaak zo heerlijk vond; boven op de tafel met jouw gekste dans.

Ik wou dat ik je nog kon zeggen: Sorry, ik wist toen gewoon nog niet hoe. Had ik je maar verteld hoe te troosten, had ik je maar gewoon gezegd ‘HOE’.

Ik wou dat ik je nog kon zeggen dat ik wel wist: Het ligt aan mij. Als jij mij niet kan groeten, hoe dan wel? Ik kwam er niet bij.

Ik wou dat ik je nog kon zeggen dat ik je zo je best zag doen. Je keek niet in mijn ogen en ik had geleerd dat dat iets is wat je gewoon hoort te doen.

Ik wil nu tegen je zeggen: ‘SORRY’. Dat ik je niet kon bieden wat voor jou nodig was.

Ik wil nu tegen je zeggen dat jij zeker niet kon weten, wat ik ook niet zag.

Ik wil nu tegen je zeggen, mooi, bijzonder kind, dat ik in mijn hart altijd nog een mooi plekje voor je vind!

Lees ook: ‘Dat kind dat … ‘, brief van een lerares.